Riens Meijer
Veranderingseconoom

De nieuwe werkelijkheid

In het industriële tijdperk is Ford hèt voorbeeld van een succesvolle innovatieve katalysator die vergaande positieve consequenties voor de economie van de Verenigde Staten heeft gehad. Henry Ford zag namelijk de behoefte aan auto`s als een trend gebaseerd op een nieuwe levensstijl. Immers mensen verkregen via de auto de mogelijkheid zelfstandig en comfortabel  afstanden te overbruggen. Ford voorzag op grond van dit psychologisch gegeven veel auto`s te kunnen verkopen, als hij in staat zou zijn andere dan gebruikelijke werkwijzen, organisatie en methodieken te  introduceren. Hij bedacht een werkwijze die een combinatie van marketing, technologie en organisatie was en waarin voor het eerst de factor kapitaal t.o.v. de factor arbeid dominant werd. In de loop van de tijd is die formule op basis van praktijkervaringen t.a.v. de afzonderlijke componenten ( marketing, technologie en organisatie) en hun onderlinge verband geoptimaliseerd. De productiviteitsverbetering en daarmee een vergroting van de welvaart, die daardoor is gekatalyseerd, is enorm geweest.

Kennis en kunde bepalend

Voor het huidige Kennis- en Innovatietijdperk is een dergelijk aansprekend voorbeeld nog niet beschikbaar. Wat wel vaststaat, is dat het verwezenlijken van nieuwe activiteiten in de 21ste eeuw veel meer afhankelijk zal worden van de juiste kennis en kunde dan van de factor kapitaal. Ook zullen de werkzaamheden steeds meer op projectbasis met zo veel mogelijk ondernemerschap en zo min mogelijk hiërarchische structuur uitgevoerd gaan worden. Inmiddels is duidelijk te zien, dat behoorlijk wat bedrijven het niet lukt de neergang in de afgelopen jaren goed te weerstaan en in te spelen op de nieuwe kansen van het Kennis-en Innovatietijdperk. Waarom eigenlijk niet? Waarom is nu alles ineens zo vreselijk anders dan toen? Ik zal proberen een antwoord op deze vragen te geven.

De digitale evolutie

De bomen groeiden in de periode 1990-2000 tot in de hemel, waardoor ondernemingen niet in de gaten hadden, dat door de overgang van een industrieel- naar een digitaal tijdperk de winnende strategie van voorheen de verliezende strategie voor de toekomst is geworden! Het huidige economische landschap wordt gevormd onder invloed van twee sterke krachten: technologie en globalisering. Door de overgang van het Industriële- naar het Kennis-en Innovatietijdperk worden wij niet alleen geconfronteerd met veranderingen, maar ook met de snelheid waarmee deze zich voltrekken en de fundamentele consequenties ten gevolge van de overgang van die twee op elkaar volgende tijdperken. Het gaat dus om niet vaak voorkomende fundamentele veranderingen waarvoor nog geen pasklare oplossingen zijn. Dat biedt enerzijds enorme nieuwe kansen, maar wordt anderzijds door lang bestaande organisaties (helaas) ook wel als bedreiging ervaren. Dit komt, omdat zij vanuit hun bestaande structuur en cultuur onvoldoende raad weten met de nieuwe kansen. De oorzaak blijkt vaak te liggen in het gegeven dat traditionele bedrijven zich veelal niet vroegtijdig voorbereiden op de consequenties en nieuwe mogelijkheden die een gevolg zijn van allerlei nieuwe digitale toepassingsmogelijkheden in relatie tot de juiste kennis en kunde. Dit moet wel gaan gebeuren omdat anders volstrekt onnodig de continuïteit van de onderneming in gevaar komt!

Wat is er door digitalisering zoal mogelijk?

Wat is hiervan het gevolg? De informatie-economie en de fysieke goedereneconomie waren tot nu toe onlosmakelijk met elkaar verbonden, waardoor elk bedrijf een compromis is tussen de informatie-economie en de fysieke goedereneconomie. Door de combinatie van bovengenoemde vier belangrijke factoren is op een nog niet eerder vertoonde manier, die werkelijk revolutionair is, de informatiestroom van de fysieke goederenstroom los gemaakt. Hierdoor kan elk van de stromen zijn eigen economische wetten volgen hetgeen belangrijk is omdat er fundamentele verschillen bestaan tussen de zuivere economische wetmatigheden van fysieke goederen en van informatie. Informatie kan tegen bijna verwaarloosbare kosten onbeperkt worden geproduceerd, terwijl fysieke goederen uitsluitend, en telkens opnieuw, tegen productiekosten moeten worden geproduceerd. Fysieke goederen verslijten, informatie slijt nooit (kan alleen verouderd of achterhaald zijn) en ook na verkoop blijft de verkoper eigenaar van de informatierechten. Een fysiek goed bevindt zich op een fysieke plaats met alle regels die daarbij horen. Informatie en kennis bevindt zich overal en nergens. Door deze scheiding (fysiek verus informatie) wordt het aangegeven compromis in bedrijven geëlimineerd en kan er daardoor enorm veel economische waarde vrijkomen. De gevestigde grote bedrijven zien dit echter vaak als een bedreiging, omdat ze ten onrechte veronderstellen dat concurrentie- voordelen alleen te behalen zijn door kostenefficiency, en niet door innovatie en toepassing van nieuwe technologieën en methodieken.

Er ontstaat extra intelligentie

Veel mensen zijn niet in het digitale tijdperk opgegroeid en zijn er eigenlijk een beetje bevreesd voor, zonder dat te zeggen. Dat er in het digitale tijdperk juist enorme mogelijkheden zijn om kennis en informatie te delen, wordt dan ook vaak als abstract gepraat afgedaan! Er bestaat bij het huidige management vaak weerstand tegen vernieuwingen, die het gevolg zijn van de digitale evolutie.
We moeten ons realiseren dat we pas vijftien jaar bezig zijn op het internet, en dat we dus nog maar aan het begin staan van een grootse ontwikkeling. Naar mijn stellige overtuiging zal er een soort extra intelligentie ontstaan, waarmee grote kostenvoordelen te behalen zijn in de factoren arbeid, grondstoffen, ruimte, en kapitaal. De structurele meerwaarde die hiervan het gevolg is, zal, gecombineerd met de component duurzaamheid, leiden tot een aanmerkelijk beter evenwicht tussen welvaart en welzijn.
Omdat het nieuwe inderdaad nieuw is, dat wil zeggen nog niet eerder vertoond, hebben we te maken met nog een ander verschijnsel. Dat is dat veel mensen, ook de jongere generatie, zich de komende veranderingen niet goed kunnen voorstellen. Het is een ontdekkingsreis naar kansen en mogelijkheden, zonder dat je nu al weet hoe je die het beste kan realiseren. Het is dus heel moeilijk je een beeld te vormen van de aanpak die in de toekomst nodig zal zijn. Maar dat betekent niet, dat je dan maar moet blijven bij de oude, en in de praktijk niet meer zo betrouwbare, middelen van een tijdperk dat aan zijn einde is. Integendeel: het is JUIST NU van het grootste belang je op de nieuwe tijd voor te bereiden. Als individu, als bedrijf, als organisatie en instelling en als overheid.
En in dit kader schrijf ik mijn boeken en houd ik mijn spreekbeurten. Want ik ben er van overtuigd, dat verandering hoog nodig is. Inderdaad ja: we moeten vernieuwen!

Drs. Riens Meijer, veranderingseconoom
 

Bookmark and Share

Reacties

Dré Holthuijsen | 26-11-2009 om 16:36 uur

Ik kan de mening van Riens Meijer alleen maar onderstrepen, vandaar onderstaande bijdrage.
Nog steeds is de meerderheid van ons volk geen politicus of ambtenaar. Dat is vervelend voor Den Haag, maar het is niet anders. Weliswaar tracht de politiek ons ervan te overtuigen dat zij de wijsheid in pacht heeft, maar wij willen dat maar niet begrijpen.
Nog steeds menen politici dat je de politieke mores en gewoonten moet kennen om in Den Haag goed je werk te kunnen doen. Jammer alleen dat die Haagse mores er vooral op gericht zijn om het leven daar voor de deelnemers tot een succes te maken. Of dat voor het land en het volk goed is, lijkt van secundair belang.
Het gaat er blijkbaar om de volgende keer weer gekozen te worden en politiek carrière te kunnen maken. Politiek is daarmee van roeping tot job verworden.
Overheid, politieke partijen en publieke instituten lijden aan functie- en statusverlies en zijn door het economiseren van de politiek (zie bijvoorbeeld de privatisering van nutinstellingen) bloot komen te staan aan invloeden waartegen ze geen verweer hebben.
Het politieke handwerk verliest aan allure. De personele bezetting heeft zich daaraan aangepast. Zowel ministers als hoge ambtenaren slagen beter naarmate ze met minder pretentie hun functie uitoefenen.
Het toenemend gebrek aan politieke kwaliteit in Den Haag schaadt het aanzien van Staat en parlement. Daar komt bij dat juist een democratie die wordt gekenmerkt door activiteiten van mondige en veeleisende burgers een sterke behoefte heeft aan een gezaghebbende elite.
Een groot probleem van de hedendaagse politiek is dat men denkt dat ‘Jip en Janneke-taal’ het antwoord is op de massale ontevredenheid over het functioneren van de politiek. Dit getuigt van minachting voor de kiezers en van grote onkunde over wat er echt gebeurt in de samenleving.

Niet langer bepalend is de macht die je jezelf toedicht, maar de macht die de samenleving je geeft.

Dré Holthuijsen

Reageren

U kunt geen reacties meer plaatsen op dit artikel.